relatie
met
Jan Pietersz Claesz Oude de ( Camer), zn. van Pieter Claesz en N1 Gerrits ,
geb. in 1642 te Huijsen; Koptienden Eerste: 1667-69,
doopsgezind,
ovl. in 1680 te Huijsen; 184-3172; 03-12-1680; Koptienden Laatste,
, -
JAN PETERSEN / JAN PETER CLAESEN
-
ZIE: ORA-184-3189A359; 01-12-1674 en ORA-184-3172; 03-12-1680; VERMOEDELIJKE CONCLUSIE: Jan Pietersz Camer en Jan Pietersz d'Oude zijn één en dezlefde persoon !?
-
Huizen Koptienden (1667-69 1715-20):
1667-69: v. VADER Peter Claesz 7 Spt 2 cop 1/4
1671-55: + CLAESEN
1678-49: v. Lambert Lambert Lambertsz 7 cop
- (Koeckje de Jonge)
t/m 1695-39: Situatie: 8 Spt 1 cop 1/4
1699-31: op Pieter Jansz de Oude 1 Spt 7 cop 1/2
- Situatie: 6 Spt 1 cop 3/4
1705-31: v. Hendrick Gerritsz Snijder 3 Spt 1/2
- Situatie: 9 Spt 2 cop 1/4
1709-27: v. Lambert Gerrits Jacobsz 1 Spt 3 cop 1/4
- Situatie: 10 Spt 5 cop 1/2
1715-20: op Lambert Jansz de Ouden 10 Spt 5 cop 1/2
-
JAN PIETERSZ CAMER:
-
ORA-184-3187A156;17-11-1658: Lambert Harmensz Schram onse buijrman en verclaerde vercocht te hebben voor f 450 aen Teunis Hendricksz onse mede buijrman seecker maetlandt gelegen op huijsermaet belendt Jan Pietersz Camer aen d'ene@ de
scheijsloot van d'orter aen d'andere sijde
-
ORA 184-3231;03-06-1660: Pieter Lambertsz Bol Buijrman in voorz dorpe @ Mattien Gerritsz sijn huijsvrouw, met bewilliginge van de voorn. Pieter Lambertsz Bol in desen geassisteert met Jan Pietersz Camer als haeren gecoren voocht, @ verclaerde
sij comparanten met de anderen veraccordeert te sijn, alsoo volgens de huijwelickse voorwaerden tusschen henluijden gemaeckt geen gemeenschap van goederen geweest is, dat sij Mattien Gerrits met haere onroerende en andere goederen gelijck
deselve jegenwoordich tusschen henluijden sijn gedeijlt sal mogen doen en handelen ma haer wel gevallen, sonder dat sij Pieter Lambertsz Bol daer van eenige administratie, bewint ofte gesagh sal hebben, dat sij insgelijck deselve haer goederen,
roerende en onroerende, gewas te welcke, en 't gene verders daer onder begrepen kan werden sul mogen vercopen,
Mattien Gerrits dient wel zorg te dragen voor haar voorkint
-
ORA-184-3188A335;16-6-1665: Jan Lambertsz Swart schout, Tijmen Rutten Doorn en Jacob Cornelisz schepenen oirconden dat Jan Dominicus en Jan Wijchertsz als getrout hebbende Jannetge Dominicus, mitsgaders Jan Pietersz Camer als voogd van Hendrick
Hendricksz nagelaten weeskind van Niesie Dominicus, alle kinderen en erfgenamen van Dominicus Jansz, verklaarden verkocht te hebben aan Hubert Ebbesz de / van zeker huis en erve in het dorp naast het weeskind van Claes Jansz Puijck? ten noorden
en de Meulenbergh ten zuiden voor f 412:10:-.
Op 18-06-1680 is aan Jan Wijchertsz als erfgenaam van Dominicus Jansz en zich sterk makende voor de verdere erfgenamen de som van 412:10 betaald
ORA-184-3189A015;13-4-1666: Lubbert Hendricksz onze buijrman verkocht aan Jan Pietersz Camer mitsgaders Timen Jacobsz @ Hendrick Jacobsz 2 akkertjes gelegen naest het weeskind van Claes Jansz ten zuiden en Timen Willemsz ten Noorden voor f
150,-
-
ORA-184-3189 A054; 03-6-1667: Timen Rutten Doorn als getrout hebbende Aeltgen Jansdr en weduwe was van Lambert Jansz, maakt bekend dat de 2 nagelaten kinderen van voorn Lambert Jansz zaliger verwekt bij Aeltgen Jans beiden zijn overleden,
waarop de waarden van de goederen waarop de kinderen van vaders zijde recht hadden voor de successie getapeert moesten; totaal ca. f 1000,- aan land, o.a.
- 1/ schepel in 't Lange Weijn naest Jan Camer ten suijden en Jan Gerritsz Backer ten noorden
- 7 spint in 't Lange Weijn naast Gerrit Jacobsz ten suijden en Jan Pietersz Camer ten Noorden
-
ORA-184-3171;10-12-1669: Schepenen alvorens inde saecke tusschen Dirck Bergh eijscher @ Jacob Cornelisz Schoenmaker gedaagde te disponeren renvoijeren partijen aen Evert Willemsz en Jan Pietersz Camer als goede mannen
-
ORA-184-3171;10-11-1671: Tot vooghden over 't nagelaten weeskindt van Fijttgen Dircks geprocreert bij Cornelis Gerritsz Jonge Metselaer, zijn gestelt Jan Pietersz Camer @ Jan Pietersz Vergoes (MENNISTEN)
-
ONA-3685A082; 22-08-1673: Ghijsbert Jansz Vos Buermeester van huijsen, Ghijsbert Claesz Bout, Lambert Gerritsz Backer, Isaack Willemsz ende Teunis/Anthonis Jacobsz rade van het voorn: dorp van huijsen, Abraham Pietersz @ Jan Pietersz Camer out
Buijrmeester van 't dorp ende hebben op versoeck van Gerrit Pietersz Mes jegenwoordig schout tot Huijsen, verklaren zijn benoeming gecontinueert dient te worden
-
ORA-184-3171; 15-01-1674: Jacob Jansz Backer eijscher CONTRA Jan Pietersz Camer gedaegde te betalen f 50 ter saecke van van obligatie d.d. 18-09-1673
-
ORA-184-3189A359; 01-12-1674: Jan Pietersz Camer @ Jan Pietersz Vergoes als curateurs van de boedel van Theunis Evertsz Rademaecker verkochten aan Jan Laeckeman een huis en erf staande in het dorp voor f 432;- ; ZIE OOK: ORA-184-3172;
03-12-1680
-
JAN PIETERSZ D'OUDE:
-
ONA-3667A003;26-01-1675: Tijmen Rutten Doorn, regerend burgemeester van huijsen, verklaart op verzoek van Jacob Gerritsz Grutter en mede naar aanleiding van klachten van boeren en ingezetenen, dat een ernstige waarschuwing heeft gegeven aan
Rijck Pietersz Molenaer die met zijn wind-korenmolen meel van zeer slechte maalde; getuigen Jan Pietersz d'oude ende Cornelis Willemsz Coopman
-
ORA-184-3190A230; 28-04-1677: Laurens de Wolff schout, hendrick Ebbensz en Gijsbert Evertsz Cos schepenen, Jan Pietersz de Oude en franck Claesz als curatoren van de boedel van Gijsbert Jansz Vos transporteren aan Tijmen Rutten Doorn zeker Camp
bouwland groot derde half schepel en vijff cop gelegen in het dorp naast Tijmen Jacobsz tegen fl 145/schepel
-
ORA-184-3172; 18-03-1679: Tot voogden over Jacob Lambertsz Smit wert op desselfs versoeck gestelt Jan Pietersz d'Oude en Jacob gerritsz Grutter
-
ORA-184-3172; 27-04-1679: Tot voogden over de kinderen van Jan Pietersz Vergoes werden gestelt Jan Pietersz (Claesz) d'Oude, Theunis Pietersz Vergoes en Jacob Jansz
-
Naarden-OAH-214-Quohier zout en zeep; 09-05-1680; Zijn weduwe; Capit.: 1; Koehoudster; Zout: vat 7/8; v: 1, kb: 3, in de kost: 2, dienstbode binnen: 1; Personen: 7
-
ORA-184-3172; 03-12-1680: Alsoo Jan Pietersz d'Oude en Jan Pietersz Vergoes sijn comen te overlijden en gestelt waren als curateurs over de boedel van Theunis Evertsz, soo werden in de plaats gestelt Jan Pietersz Boor en Gerrit Aertsz
-
ORA-184-3192A070; 24-12-1682: Lourens de Wolff schout en Jan Aertsz en Willem Tijmensz schepenen, Jacob Gerritsz Grutter verkocht aan Claesien Gerrits weduwe van Jan Pietersz d'oude seecker huijs en erff met de schuijr @ de Grutmolen met al 't
gene deselve dependeert staen staende in 't voorsz huijs; in 't dorp alhier naest Lambert Jansz Schoenmaker ten suijden en Gerrit Jansz d'oude ten noorden
Nogh 5 schepel land gelegen Jacob Tijmensz ten suijden @ Jan Mijns Cos ten noorden
Nogh 4 schepel gelegen aan houtwijck naest Jacob Sijbrants Man ten suijden @ houtwijck ten noorden voor f 1.000,-
-
ORA-184-3173; 16-05-1684: Jan Pietersz Boor en Gerrit Jansz Backer als procuratie hebbende van Jan Gerritsz Backer haer respectieve schoonvader en vader, eijsscher CONTRA Klaesien Gerrits weduwe van Jan Pietersz de oude gedaagde die in zijn
leven als borg en principael schuldenaer ten behoeve van Borchert Scholte Coopman tot Amsterdam ter somme van f 1.200
-
ORA-184-3173; 10-10-1684: Compareerde ter secretarie des Dorps huijsen Lourens Knaep als procureur van Jan Pietersz Boor en Gerrit Jansz Backer die procuratie hadden van Jan Gerritsz Backer haer respectieve Schoonvader en vader in welcke
qualiteit sij als eijsschers tegens Claesien Gerrits weduwe van Jan Pietersz d'Oude enz
-
ORA-184-3228A043; 11-11-1684: Geertge Jans van Duijren weduwe en boedelhoudster van Jan Gerritsz Backer voor de ene helft en Stijntgen Jans en Gerrit Jansz kinderen en erfgenamen van de voorn. Jan Gerritsz alsmede de voorn. Gerrit Jansz als oom
en voogd van de verdere onmondige kinderen en erfgenamen van de bovengenoemde Jan Gerritsz Backer stelden zij aan D.E. Adriaen Starrevelt in het proces tegen de weduwe en verdere erfgenamen van Jan Pietersz de oude
-
ORA-184-3214A028A; 01-11-1694: Gerrit Jacobsz Comin en Jacob Gijsbertsz Gleijn schepenen tot Huijsen. Gerrit Jacobsz Grutter, te kennen gevende dat Gerrit Jansz d'Oude soo voor sigh selve, als oock hem sterck makende ende rato caverende voor de
verdere mede erffgenamen van sijn moeder Claesje Gerrits saliger op huijden aen hem comprt hadde getransporteert seecker huijs, schuijr, grutterije, en landerijen staende @ gelegen binnen en onder de Jurisdictie van desen dorpe onder voorwaarde
dat Pieter Jacobsz Schoe als getrouwt hebbende Harmpje Jacobs uijt craghte van seeckere acte van bewijs bij Jacob Gerritsz Grutter ten behoeve van deselve Harmpje Jacobs in voldoeninge van haer moeders goet gepasseert, en nog niet geheel
betaalt is
-
ONA-3718A016;13-05-1700:Huwelijkse voorwaarden Jan Claasen jongman ter eenre en Haasje Fijtis weduwe van Gerrit Jansen Oude ter andere sijde, beide wonende tot Huijsen.
- Bruijdegom brengt in: stukken lans, 1 wagen, 2 koeien, 2 veersen, 1 pinck ter waarde van f 230, en aan contanten f 900,-
- Bruijd brengt in: 4 huizen, zeer veel land, veel uitstaande obligaties o.a. Claas Lambertsz Schram f 100,- Jan Lambertsz Prins f 150,- en Claes Lambertsz Prins f 150, de weeskinderen van Jan Pietersz de Oude f 750,- pas opeisbaar na de dood
van de bruijd, 1/64 deel in een vleet op Groenlandt in het schip genaamd Kruijskerck gecommandeert door Engel Isacksz. Tevens zij zich als borg ge-obligeert voor Pieter Jansz de Oude zaliger; getuige Jacob Tijmenszn.
Uit deze relatie:
naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen | |
1 | Lambert | *1654 | Huijsen; Koptienden Eerste: 1715-40 | †1723 | Huijsen; Mennist; Koptienden Laatste: 1726-40 | 69 | 0 | 0 |
2 | Aeltje | *1656 | †1727 | Huijsen; DTB-20 | 71 | 1 | 0 | |
3 | Pieter | *1657 | Huijsen; Koptienden: Eerste: 1699-56 | †1700 | Huijsen; Koptienden: Laatste: 1705-56 | 43 | 2 | 3 |
4 | Gerrit | *1658 | Huijsen; Koptienden Eerste: 1683-68 | †1695 | Huijsen; Koptienden Laatste: 1705-41 | 37 | 1 | 0 |
5 | Tijmen | *1680 | Huijsen; Koptienden Eerste: 1705-59 | †1723 | Huijsen; DTB-20; MENNIST, Koptienden Laatste: 172 | 43 | 2 | 0 |